Lijnkoppelaar

U wilt uw smart home systeem uitbreiden en bent op zoek naar een manier om extra apparaten in de bestaande infrastructuur te integreren? Geen probleem. Juist deze flexibiliteit is de kracht van de moderne gebouwautomatisering. In deze catalogus presenteren wij lijnkoppelaars waarmee u de topologieën van uw netwerk kunt uitbreiden.

Wonen, werken, veiligheid en klimaatbescherming - gebouwautomatisering biedt veel voordelen voor moderne huishoudens. Vooral de gebieden 'wooncomfort' en 'energiemanagement' worden sterk beïnvloed door de mogelijkheden van moderne communicatiemiddelen en regeltechnologie. Van het schakelen van de verlichting tot het instellen van vraaggestuurde verwarmingscycli en het organiseren van toegangscontrolesystemen, tal van functies in een gebouw kunnen worden geautomatiseerd. De bediening kan via de computer of smartphone vanaf elke plek ter wereld. Bij het opzetten van eenvoudige en complexe netwerken voor KNX gebouwautomatisering worden onder meer lijnkoppelaars gebruikt.

Hoe is een KNX netwerk opgebouwd?

Binnen een KNX-netwerk maken wij een onderscheid tussen segmenten die met elkaar verbonden zijn en een hiërarchische structuur hebben. De segmenten worden lijnen, hoofdlijnen en gebieden genoemd. U kunt dit zien als een boom waarvan de stam zich splitst in takken en verder in twijgen. De twijgen vormen de kleinste eenheid en worden in het KNX-netwerk 'lijnen' genoemd. Elke lijn bestaat uit een KNX-buslijn, een voedingseenheid en de deelnemers. Een 'hoofdlijn' zou de tak zijn die verschillende lijnen verbindt tot een 'gebied'. De gebiedslijn stelt de stam voor die verschillende gebieden met elkaar verbindt. Vooral bij grotere netwerken is een goed georganiseerde structuur zinvol. Door het systeem te structureren in segmenten met verschillende taken en prioriteiten blijft het overzichtelijk en kan het te allen tijde worden uitgebreid.

Wat is de belangrijkste taak van een lijnkoppelaar?

Om het dataverkeer te regelen, verbindt een lijnkoppelaar twee KNX-lijnen met elkaar. De eenheid zorgt voor een galvanische scheiding tussen de leidingen. Hierdoor kan elke KNX-lijn elektrisch onafhankelijk van de andere lijnen worden bediend.

TIP:

Voor elke lijn, hoofdlijn of gebiedslijn, is een aparte KNX voedingseenheid nodig.

Theoretisch kunnen 255 KNX-apparaten in één lijn worden geïntegreerd. In verband met de gemiddelde vermogensbehoefte van KNX-apparaten, de lijnlengtes en andere limietdefinities worden maximaal 64 KNX-apparaten (apparaten met buskoppeling) per lijn gedefinieerd. Voor een standaard eengezinswoning is dit bij een optimale planning meestal voldoende.

Wat zijn de mogelijke toepassingen van een lijnkoppelaar?

Lijnkoppelaars of gebiedskoppelaars zijn ook nodig om grotere KNX topologieën te creëren met een groot aantal KNX-apparaten. De kleinste topologie is een lijn die gevoed wordt door een KNX voedingseenheid. Voor een enkele lijn is nog geen lijnkoppeling nodig.

Op lijnniveau

Bij gebruik van een voedingseenheid van 640mA kan het aantal deelnemers aanzienlijk worden verhoogd door middel van lijnversterkers. Lijnkoppelaars kunnen deze functie overnemen. De nieuw aangelegde sublijn krijgt zijn eigen KNX voedingseenheid en wordt via een lijnversterker verbonden met de bestaande lijn voor een galvanische scheiding. Aangezien de ETS (Engineering Tool Software) meer dan 64 deelnemers per lijn toestaat, kunnen de deelnemers van de sublijn worden beschouwd alsof zij zich in de bovenliggende lijn bevinden.

Op hoofdlijnniveau

Bij uitbreidingen wordt meestal een andere lijn aangelegd. Deze ontvangt een voedingseenheid van 640 mA en is door middel van een lijnkoppelaar gekoppeld aan de eerste lijn. Deze lijn wordt de hoofdlijn genoemd. Uiteraard kunnen ook 64 deelnemers op de hoofdlijn worden aangesloten. Op deze hoofdlijn kunnen maximaal 15 lijnen worden aangesloten. Dit vertegenwoordigt de maximumwaarde van een bereik. Extra uitbreidingen worden nu ook uitgevoerd door middel van lijnkoppelingen (gebiedskoppelingen, afhankelijk van de toewijzing van het fysieke adres en de parametrisering).

Op divisieniveau

De lijn die gebieden met elkaar verbindt is de ruggengraatlijn. Zo zijn tot 15 gebieden met enkele tienduizenden KNX-deelnemers mogelijk. KNX IP routers kunnen twee KNX installaties met elkaar verbinden door middel van communicatie via het routing protocol. Dit vereist een bestaande netwerkverbinding tussen de installaties (gebouwen of delen van gebouwen). Een KNX IP router kan de protocollen routing en tunneling parallel gebruiken, terwijl een KNX IP interface enkel tunneling kan gebruiken.

Bron: eibabo®, ABB LK/S 4.2 Lijnkoppeling Afbeelding: ABB LK/S 4.2 Lijnkoppeling

Klassieke toepassingsvoorbeelden

Met lijnkoppelaars brengt u een goed functionerende en optimaal georganiseerde communicatie tot stand tussen de afzonderlijke segmenten (lijnen, hoofdlijnen, gebieden) van een systeem. Afhankelijk van de structuur van een systeem kunnen de afzonderlijke segmenten gerichte automatismen in dezelfde ruimte overnemen of via een netwerkverbinding op verschillende plaatsen op aarde speciale taken vervullen. Voorbeelden hiervan zijn:

centrale regeling van verwarming, ventilatie en airconditioning voor verschillende werkplekken in een kantorencomplex
controle op de naleving van de noodzakelijke hygiëneprotocollen in verschillende delen van een ziekenhuisgebouw
de uitvoering en controle van veiligheidsconcepten voor een wooncomplex (sluitsystemen, liften, nooduitgangen, nachtverlichting)
De besturing van schaduwinstallaties van wereldwijde bedrijfsvestigingen op basis van de stand van de zon, tijdzone en weersgegevens

Het volledige assortiment

In de eibabo® shop vindt u alle artikelen die u nodig heeft voor de bouw van eenvoudige of complexe topologieën. Stel uw onderdelen samen via de zoekfunctie of kies voor een van onze complete pakketten.

Ons portfolio omvat KNX lijnkoppelingen en gebiedskoppelingen, KNX lijnversterkers, KNX IP interfaces, KNX IP routers van de fabrikanten ABB, Berker, Busch-Jaeger, EIBMARKT, Gira, Hager, Jung, Lingg & Janke, MDT, Merten, Siemens en Theben. Over IP-routers kunt u ook de catalogi 'Systeeminterface' en 'Data-interface' raadplegen.